Luisterloos

Mijn aandacht wordt getrokken door het woordje ziekenhuis dat in de conversatie valt.

– Bizar, dat dat tóch maar in mijn systeem blijft. Verpleegkundige ben je niet tijdelijk. Nee, dat ben je voor de rest van je leven, maar da’s weer een heel ander verhaal.-

Ik hoor dus het woord ziekenhuis en draai me om. “Hoi”, zegt ie tegen me en gaat weer verder met zijn verhaal tegen een man die net als ik op zijn trein staat te wachten. Ik zeg gedag terug en hiermee behoor ik tot zijn publiek en luister mee. Hij is de dakloze die station Blaak als bedelstek heeft. Hij vertelt aan de man en aan mij dat hij er even niet was omdat hij in het ziekenhuis heeft gelegen en dat het kantje boord was en dat hij bijna dood was. En dat hij eigenlijk niet naar de dokter wilde en dat die dokter vertelde dat ziekenhuisopnames voor daklozen meestal mislukken omdat ze weglopen en niet tussen vier muren willen zitten. Over hoe slecht met hem ging, dat hem dat niets kon schelen en dat hij wel een maand opgenomen is geweest. En dat hij is opgekalefaterd. Inderdaad, onherkenbaar bijna: zijn haar is geknipt, zijn baard is weg en in plaats daarvan heeft hij nu een keurige snor en dikke bakkebaarden. Toch is hij nog steeds te herkennen aan de ontbrekende rij voortanden.

De trein komt eraan. Ik moet instappen en heb geen tijd om mijn portemonnee te zoeken. Ik zeg de dakloze dat hij de volgende keer van mij wat centen krijgt, maar dat ik nu mijn trein moet halen. En hard roept hij over het perron: “Dat is goed hoor, dame! Dat weet je toch? Bedankt hè!”. Hij lacht breeduit zijn tandenloze lach. Vandaag was geld niet belangrijk, luisteren was dit keer genoeg…

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven